zaterdag 31 juli 2010

TICER 2010: slotdag

Klaran was jarig. Ik had nog wat lekkers voor d'r meegenomen en de organisatie pakte uit met een enorme bos bloemen. Heel attent, chapeau!

De laatst TICER-dag liep wat anders dan gepland. Henk Ellermann was wegens slecht weer in Bologna gestrand. De slotspreker Herbert van de Sompel was zo vriendelijk om in de ochtend nog een presentatie in elkaar te draaien over Linked Data (het onderwerp van Henk) en het Semantic Web.

De inleiding van Nico Verplancke, program manager breedband instituut (IBBT Vlaanderen),  was getiteld "Of 13 year old boys and libraries, Will digital natives still love books?". Hij gebruikt de termen digital natives (geboren in een tijd dat Internet al gemeengoed was) en digital immigrants (dat zijn wij).
Zijn conclusie was: digital natives zullen vaak weinig met boeken hebben maar misschien wel met bibliotheken (want daar kun je ervaringen delen!).
Met allerlei leuke invalshoekjes en filmpjes (en goeie grappen) leidde Nico ons naar die conclusie toe.
De Mazlov-piramide van de jonge generatie bestaat uit Ontmoet - Ervaar - Leer - Vind uit.
Zie ook:
- What digital natives want from their library. Hilarische video
- Children’s interactive library (langere video uit 2006, beetje doorspoelen af en toe, zeker in het begin)
- Sixth sense draagbrare electronica, echt heel innovatief. Video
- De werkelijkheid aanvullen met nuttige markeringen. Wellicht toepasbaar bij en in onze gebouwen (al moeten we wel alternatieven voor GPS vinden, bijvoorbeeld de Wi-Fi accesspoints). Leuk alternatief voor een instructiefilmpje of een rondleiding.

Anne Christensen van de UB Hamburg ging in op het ontsluiten van de catalogus voor de huidige generatie. "From user studies to use experience. Next generation catalogs / discovery."
Men wilde echt een fundamenteel ander zoeksysteem, geen cosmetische veranderingen van de oude catalogus. "More than just some lipstick on the pig".
Dit gebeurt in Hamburg in het kader van e-learning, zij zoeken dus nadrukkelijk integratie met hun equivalenten van Nestor, Progress, Ocasys, etc.
Het project heet Beluga. Mede vanwege de integratie met lokale leersystemen heeft men voor maatwerk software gekozen. Voor het Beluga-project hebben zij de (betaalde) hulp van studenten ingeroepen voor Focus groups en Usability Studies. De uitkomsten zijn soms best verrassend.
- studenten zitten zo krap in de tijd dat ze niet zelf een bibliografie willen maken, ze vinden dat dit beschikbaar moet zijn (aardig voorbeeld op http://wiwi-werkbank.de)
- ze snappen soms de metadata niet; als ze de voorkant van een boek zouden kunnen zien zou dat al helpen.
- ze zijn heel kritisch over neutraliteit, Amazon-achtige aanbevelingen wil bijna niemand
- ondersteuning voor serendipity. Ik denk dat een knopje “boekenplank” (zodat je verwante literatuur zou zien) al zou helpen.
- ze vinden een Google-look-and-feel verwarrend, dit hulpmiddel is toch iets anders dan Google; yufind (open source software van Yale) heeft daarom gekozen voor een vangnet onder het interface (vooral voor beginners).
- de catalogus moet geen sociaal platform worden; user-tagging kan als mislukt beschouwd worden, zelfs belonen voor reviews werkt niet goed; de mening van docent en medestudenten telt wel mee, maar niet in de catalogus stoppen svp; "social stuff happens elsewhere". Mediuniwien heeft een ‘little catalog’ alleen voor Medicijnen, in een kleinere, minder anonieme gemeenschap werkt het misschien wel.
- het delen van lijsten en aanbevelingen is omstreden; "dit werk is van mij", "dit is privé", etc. Het zouden wel goede startpunten kunnen zijn voor beginners, maar die boodschap landt niet bij de ervarener studenten.
- de verwachtingen voor de zoekmachine zijn erg hoog; hulp bij invoer is belangrijk (spell checking, autocompletion, faceted browsing); inzet trefwoorden ? Relevantie-algoritmes zijn vaak niet goed genoeg. Moet Oplage ook een rol spelen in de bepaling van de relevantie? Of circulatiegegevens? Ben je dan behulpzaam bezig of sturend? Oplossen door de relevantie-algoritmes te personaliseren?
- de gebruikers willen meer electronische resources, maar hebben uiteindelijk vaak juist makkelijkere toegang nodig. Delivery is misschien wel een groter struikelblok dan discovery. Zie Trove (australie), ncsu. Vantevoren alleen beschikbaar materiaal kunnen aanvinken is een belangrijke wens/eis. In Zweden (libris) krijg je een kaartje te zien met in welke bibliotheken allemaal exemplaren liggen.

Bij het vragenrondje ontstond een geanimeerde discussie wat de rol van een catalogus nog is en wat de voor- en nadelen zijn van het in huis ontwikkelen van dit soort software.

Na de lunch nam Herbert van de Sompel ons bij de hand in de wereld van Linked Data en het Semantic Web. Websites verouderen vaak doordat data veroudert die men aan andere websites heeft ontleend. Dat kun je oplossen door data volgens bepaalde afspraken vorm te geven (URI, RDF, tripels). Bijvoorbeeld Pubmed en dbpedia zijn al op die manier ingericht. Als je website daar volgens de afgesproken richtlijnen data vandaan haalt, zal die data normaal gesproken altijd vindbaar en up-to-date blijven. Voor geinteresseerden verwijs ik graag naar de scriptie van Florian Kunneman of het artikel in de Volkskrant over de leidse bio-informaticus Barend Mons over nanopublicaties.

Daarna kwamen Open Annotation en het Memento-project aan bod.

Het Open Annotation Collaboration project (gesponsord door Mellon) is gebaseerd op de principes van Linked Data. Een annotatie kan in principe drie auteurs hebben, van de annotatie zelf, van de beschrijving van het object ("body") en van het object zelf ("target"). Body en target kunnen allerlei vormen aannemen (tekst, audio, video, etc.).
Een annotatie heeft ook als kenmerk het tijdstip waarop het gemaakt is. Dat is zelden een probleem als in een boek een ander boek wordt geannoteerd. Maar als het Internet-bronnen betreft, heb je een probleem, want die zijn vluchtig.
In het Memento-project wordt dit probleem aangepakt. Veel Internet-pagina's worden gearchiveerd. Die pagina's zijn echter vaak lastig te vinden, zeker voor computerprogramma's. In het Memento-project heeft men twee nieuwe http-headers geintroduceerd die om kunnen gaan met het datum/tijd stempel van Internet-objecten. Op die manier kunnen web-archieven wel doeltreffend bevraagd worden op oudere inhoud. En hiermee lijkt ook het probleem van Open Annotation opgelost te zijn.
Het voorstel uit het Memento-project (van november 2009) heeft veel positieve respons ontvangen, maar is nog niet geaccordeerd. Wel nemen verschillende partijen er al een voorschot op door hun software aan te passen. Er is al een plug-in voor Firefox om met web-archieven om te gaan.

TICER2010 was zeer de moeite waard, ik heb er echt veel van opgestoken en ideeen opgedaan. 

2 opmerkingen:

  1. An outѕtanding shaгe! I have just forwaгԁed this onto a co-workеr whο
    had been conducting a lіttle homеωork on this.

    And he actually ordeгеԁ me breakfast ѕimply because I ѕtumbled upon it for him.
    .. lol. So allow mе to rеword this.
    ... Thanks fοr the meal!! But yeah, thanx for ѕpenԁіng the
    timе to ԁiscuѕs thiѕ
    topic here on уour sіte.

    Hеre is mу ωebsite ... ephedrine diet

    BeantwoordenVerwijderen
  2. This іs a topіc which iѕ close to mу hеart.
    .. Cheeгs! Εxactlу where aге yоuг
    cоntact detаils though?

    Stop by my ѕite :: mormon tea
    my web page: where to buy ma huang

    BeantwoordenVerwijderen